Druk, druk, druk... Nog even, en dan is dit rotjaar voorbij. Even drie 
weken lang geen droge rapporten, lastige mailtjes en trage 
vergaderingen... dan wacht de zon, de zee, barbecueën met de familie of 
een koele rosé op een mediterraan terrasje - een vooruitzicht dat een 
mens gelukkig maakt.
De voorpret is altijd het leukst, zo is nu 
ook wetenschappelijk bewezen door Jeroen Nawijn, docent aan de Erasmus 
Universiteit in Rotterdam en de internationale hogeschool NHTV in Breda.
 De toerisme-expert onderzocht bij 1530 Nederlanders het effect van 
vakanties op hun leven en werk. Zijn conclusie: ‘Tijdens het toeleven 
naar de vakantie en tijdens de vakantie zelf voelen mensen zich 
gelukkiger. Maar na de vakantie ebt het gevoel van geluk echter snel 
weer weg.'
‘Het plannen van de vakantie roept positieve gevoelens
 op, energie die iemand ook op zijn werk projecteert', stelt Nawijn, die
 hier nog verder onderzoek naar wil doen. Maar voor hem staat al wel 
vast dat zodra de vakantie voorbij is, de vakantieganger niet gelukkiger
 is dan de thuisblijver. ‘Het vakantiegevoel blijft hooguit twee weken 
hangen. Bij sommige respondenten was na acht weken nog enig positief 
effect zichtbaar, maar dit is nauwelijks significant.'
Een 
helende werking gaat er al helemaal niet uit van vakantie vieren. 
‘Mensen die uit het werk raken met een burnout of stressklachten een 
paar weken naar een kuuroord sturen - zoals in Duitsland veel gebeurt - 
is zinloos', weet Nawijn. Toch is vakantie volgens hem wel degelijk 
bedoeld om de batterij weer op te laden, om er weer even tegen te 
kunnen. ‘We weten ook niet wat er met gestreste werknemers zou gebeuren 
als zij niet op vakantie gaan.'
‘De vakantie is ook een 
periode van reflectie. Hoe langer die duurt, hoe groter de kans dat 
iemand de vakantie gebruikt om zaken in het leven op een rijtje te 
zetten', aldus Nawijn. Luierend op het strand overdenken mensen het 
voorbije moeilijke jaar van bezuinigingen en reorganisaties op het werk.
 De ergernissen over het niet mogen volgen van die opleiding of het 
mislopen van de bonus komen weer bovendrijven. Dat maakt ook dat de 
behoefte om je horizon te verbreden, groeit.
 
    
       
    
    
	
    
	Enorm verlies 
‘De vakantie is een uitgelezen 
moment om eens goed de balans op te maken', zegt Erin Lap, director 
Leadership & Talent van Hay Group Nederland. Lap ziet de gesprekken 
tussen man en vrouw 's avonds voor de tent wel voor zich: ‘In week één 
van de vakantie spuit iemand al zijn frustraties over het werk. In week 
twee vraagt de partner: ‘En? Ga je er wat aan doen? Zet je de stap en ga
 je verder kijken, of kijk je het nog even aan?' 
Lap verwacht 
dat de arbeidsmobiliteit na de vakantie weleens spectaculaire vormen zou
 kunnen aannemen. Die verwachting is gebaseerd op recent onderzoek door 
Hay Group in West-Europa (helaas niet in Nederland, zie kader). Hieruit 
blijkt dat 59 procent van alle medewerkers zich heeft voorgenomen nog 
dit jaar op zoek te gaan naar een andere baan. Lap: ‘Dat is een 
zorgwekkend hoog aantal. Ook werkgevers in Nederland zouden zich 
hierover ernstig zorgen moeten maken. Als het verloop werkelijk zo hoog 
wordt als nu dreigt, betekent dat een enorm verlies. Nog afgezien van de
 hoge wervingskosten voor nieuwe krachten, er loopt dan heel veel kennis
 en ervaring zomaar de deur uit. Je moet maar zien die weer terug te 
krijgen.'
 
    
       
    
    
	
    
	Afgenomen loyaliteit
‘Veel werknemers willen bij 
hun huidige werkgever vertrekken omdat zij vinden dat er niet naar hen 
geluisterd wordt, het gevoel hebben dat zij niet serieus worden 
genomen.' Lap ziet de zeer geringe werknemersbetrokkenheid als een van 
de belangrijkste verklaringen dat zoveel werknemers op zoek gaan naar 
een andere baan. ‘Door de verslechterde omstandigheden, reorganisaties 
en hogere eisen is het werk voor velen minder aangenaam geworden. 
Bovendien ziet die werknemer dat alle leuke, absoluut noodzakelijke 
dingen zoals opleiding en het verbeteren van processen, zijn 
weggesneden.'
Kortom, de medewerker heeft het gevoel dat zijn 
werkgever hem in de kou heeft laten staan. Logisch gevolg is dat de 
loyaliteit zienderogen afneemt. ‘En hrm heeft verzuimd zijn 
verantwoordelijkheid te nemen, vindt Lap. ‘Hrm had leidinggevenden 
moeten wijzen op de veranderende motivatie bij werknemers, zich moeten 
afvragen of aan de achterblijvers na een reorganisatie voldoende 
aandacht is geschonken, of zij tijdig en goed geïnformeerd zijn, hen een
 toekomstperspectief is geboden. Wat ontbreekt, zijn oog en oor voor wat
 medewerkers echt bezighoudt. Het hogere management heeft geen idee waar
 de pijn echt zit. Die zijn zo bezig met organisatieveranderingen dat 
zij kwijt zijn waar het eigenlijk om gaat. Dat is fnuikend.'
 
    
       
    
    
	
    
	Tij keren
‘Een piek in het verloop is gebruikelijk 
na een recessie. Als het slecht gaat, blijven werknemers zitten waar ze 
zitten. Nu zij weer optimistischer worden, durven ze weer meer risico te
 nemen. Dan komt de carrousel weer op gang', aldus Lap. Met het 
verbeteren (of herstellen) van de werknemersbetrokkenheid zal hrm dus 
niet alle goede krachten binnenboord kunnen houden. Maar het kan een 
bedrijfsontwrichtende exodus van goede, gedemotiveerde en gefrustreerde 
medewerkers wellicht wel indammen, denkt hij. ‘Het tij is niet helemaal 
meer te keren. Naast de mensen die hun door de crisis uitgestelde wens 
om van baan te veranderen alsnog verwezenlijken, is er al een groep die 
mentaal inmiddels afscheid heeft genomen van de huidige werkgever.'
Maar er is nog altijd de groep ‘solid stayers,'
 zoals Lap hen noemt: medewerkers die ´het nog even aankijken' en nog 
geen plannen hebben om te switchen, die ondanks de moeilijke periode die
 achter hen ligt stug volhouden en na de vakantie het werk weer zo goed 
mogelijk willen oppakken. ‘Die vaste harde kern van het bedrijf, daar 
moet hrm zich op gaan richten', vindt Lap. Daarbij gaat het om het 
wegnemen van frustraties door de interne bureaucratie te verminderen en 
bedrijfsprocessen te verbeteren (enablement) én om het opkrikken van de werknemersbetrokkenheid (engagement). ‘Het is aan hrm het management te wijzen op het belang hiervan, om concreet te maken wat hiermee te winnen valt.'
Volgens
 Lap is het vergroten van de werknemersbetrokkenheid niet per se 
complexe materie. ‘Hou gesprekken met medewerkers of laat hen een 
vragenlijst invullen. Plan vervolgens een bijeenkomst om boven tafel te 
krijgen wat zij graag zouden willen, wat hun zorgen zijn, waar de pijn 
zit. Dan krijgt het management een beter beeld van de behoeften en geef 
je medewerkers het oprechte idee dat er naar hen geluisterd wordt - als 
er tenminste ook iets met hun opmerkingen gedaan wordt.' 
 
    
       
    
    
	
    
	Nagenieten
Maar hoe moet het na met de vakantie nou
 met die ‘solid stayer', voor wie na anderhalve dag werken alles op het 
werk weer bij het oude lijkt? Die bij terugkomst niet direct iets merkt 
van die betere ‘enablement' en ‘engagement'? Wat helpt hem of haar om 
het positieve vakantiegevoel langer vast te houden? Nawijn: ‘Nagenieten 
is erg lastig. Mensen zijn hun vakantiegevoel snel weer kwijt omdat de 
werkdruk vaak hoog is als zij net terug zijn. Het is daarom verstandig 
niet direct, maar na verloop van tijd, weer herinneringen op te halen, 
bijvoorbeeld door foto's te bekijken of anekdotes te vertellen aan 
collega's. Daar gaat iemand zich prettiger van voelen.' Nog een tip: ‘Ga
 vooral snel weer de volgende vakantie plannen.'
    
       
    
    
	
    
	Betrekken of vertrekken
Uit het onderzoek naar de invloed van
 medewerkerbetrokkenheid op de arbeidsmobiliteit dat Hay Group heeft 
gehouden onder 5500 werknemers in Duitsland, Frankrijk, 
Groot-Brittannië, België en Luxemburg, komen enkele opvallende 
uitkomsten:
- 59 procent van alle medewerkers (specialisten, midden- en senior management) gaat nog dit jaar op zoek naar een andere baan
- Hoge werknemersbetrokkenheid leidt tot 54 procent minder verloop
- Een betrokken medewerker presteert in 50 procent van de gevallen ook beter

