Manager komt tijd te kort Bron: ManagersOnline 24 oktober 2006 Managers maken lange uren, zouden meer tijd aan hun gezin willen besteden en hebben een hekel aan lunchen met de afdeling. Zoveel wordt duidelijk uit onderzoek van Management Team onder het vaste lezerspanel. In de eerste plaats werken managers nog steeds harder dan ze zelf ideaal vinden.
Op de vraag ‘bent u tevreden met de balans tussen werk en uw privéleven’ antwoordt iets meer dan de helft van de respondenten (53 procent) bevestigend, de rest vindt dat die beter kan (36 procent) of is ontevreden met die balans (elf procent).
Vooral het thuisfront is het slachtoffer van al die lange uren in de auto of op kantoor. Iets meer dan 56 procent zou meer aandacht willen besteden aan gezin en partner.
Nachtrust Op de tweede plaats staat sport (52 procent), gevolgd door reizen (49 procent), hobby’s (42 procent) en zelfontplooiing of cursussen (40 procent). Het harde werken - al dan niet in combinatie met een gezinsleven - blijkt verder een behoorlijke wissel te trekken op een gezonde nachtrust. Ruim 27 procent zegt meer tijd aan slapen of uitrusten te willen besteden. Slechts 1,1 procent heeft geen behoefte om meer tijd te steken in andere zaken dan werk.
Boegbeelden Werk, werk, werk was de slogan van de kabinetten Kok. Managers blijken dit devies te hebben omarmd. De grootste groep ondervraagden (44 procent) werkt veertig tot vijftig uur per week, nog eens 24 procent zelfs vijftig tot zestig uur. Al met al werkt zodoende 68 procent van de Nederlandse managers veertig tot zestig uur. Echt lange weken zijn overigens zeldzaam: acht procent werkt tussen de zestig en zeventig uur en twee procent zeventig tot tachtig uur. Heeft al dat harde werken wel zin? Het lijkt er niet op. Desgevraagd beschouwt 39 procent slechts twintig tot dertig uur achteraf als ‘nuttig besteed’. Een iets kleinere groep (38 procent) plakt die kwalificatie op dertig tot veertig gewerkte uren. Slechts twaalf procent vindt zijn volledige werkweek (veertig uur en meer) nuttig besteed. Managers werken dus hard, maar niet alle uurtjes dragen bij aan hun ‘persoonlijke effectiviteit’. Waar vliegt al die tijd dan heen? Uit eerder onderzoek blijkt dat e-mail lezen en vergaderen grote delen van de werkweek opslokken, terwijl deze bezigheden maar als matig effectief worden beschouwd.
Goede voorbeeld Uit het huidige onderzoek blijkt dat een aanvullend tijdsdeel valt in de categorie ‘interpersoonlijke managementactiviteiten’: boegbeeld zijn en leiding geven. Zo geeft 38 procent van de respondenten toe dat ze lange uren maken ‘om het goede voorbeeld te geven’. De voorbeeldrol van managers komt opnieuw naar voren als we kijken naar het aantal uren dat managers thuis werken. Dan blijkt 34 procent minder dan een dag per maand vanuit huis te werken en nog eens 29 procent tussen een en vier dagen per maand. Slechts 8 procent werkt een à vier dagen per week thuis.
Organiseren en regelen Boegbeeld zijn is zeker niet de belangrijkste werkzaamheid van de ondervraagde managers. Dat zijn in aflopende volgorde: organiseren en regelen (87 procent), e-mail’s en post lezen (83 procent) en vergaderen (82 procent). Op de vierde plaats komt dan ‘coachen, motiveren en omgaan met mensen’. Activiteiten die maar weinig managers tot hun taken rekenen zijn rapporten maken (50 procent), presentaties geven (34 procent) en declaratieformulieren invullen (zeventien procent). Helemaal onderaan - met afstand - bungelt ‘lunchen met de afdeling’, een bezigheid die slechts 8,7 procent van de respondenten rekent tot zijn of haar werkzaamheden. Op de vraag ‘welke werkzaamheden vindt u het leukst’ antwoordt zeventien procent met ‘organiseren en regelen’, gevolgd door ‘coachen en motiveren’ (zestien procent) en ‘planning en strategie’ (vijftien procent). Ook hier is ‘lunchen met de afdeling’ hekkensluiter (1,1 procent). Managers blijven wel tot 19.00 uur e-mails lezen om het goede voorbeeld te geven, maar gezellig met de afdeling naar de kantine is kennelijk een stuk minder populair. Terug naar nieuwspagina
|